Rijnmond

Een nieuwe werkwijze voor Rijnmond

Hoe zorg je er als cliëntenraad voor dat je de cliënten in jouw regio zo goed mogelijk van dienst bent? Niet door voor elk thema een kleine commissie te hebben, besloot de raad Rijnmond. De raad ontwikkelde een nieuwe werkwijze. Hierdoor zijn raadsleden beter op de hoogte van wat er speelt op de verschillende thema’s en kunnen ze signalen gerichter oppakken. Herman Onvlee, voorzitter van de cliëntenraad Rijnmond, wil dit onderwerp graag in de schijnwerpers zetten. Marijke de Wilde, lid van het redactieoverleg (en van de districtsraad West-Brabant & Zeeland) gaat met Herman in gesprek.

Marijke: 'Hoe is die nieuwe werkwijze eigenlijk tot stand gekomen, Herman?'

Herman: ‘Ik ben zelf lange tijd werkzaam geweest in de financiële dienstverlening en was het gewend om te vergaderen. Toen ik in de cliëntenraad kwam, dacht ik: zitten we hier gezellig samen koffie te drinken, of gaan we ook nog effectief overleggen? Binnen de raad hadden we allerlei commissies voor van alles. Maar dat functioneerde niet goed, want als iemand in de WW zit en een baan krijgt, is hij weg. Zo’n commissie begint dan met vijf man, maar na een paar maanden is er niemand over en begin je weer bij nul. Onze taak is het behartigen van de belangen van cliënten. Dat moet niet afhangen van een commissie x of y, dat moet de hele raad doen.

Begin 2018 hebben we daarom een hoop commissies samengevoegd. We hebben één commissie K&S (Klant en Service) gevormd, met daarin alles behalve SMZ (Sociaal Medische Zaken). Achteraf bleek dat niet goed te functioneren, want die commissie bestond uit de hele raad. In de loop van 2018 zijn we daar over blijven discussiëren. Gaandeweg hebben we een werkwijze gevonden die volgens ons goed werkt.’

‘Gaandeweg hebben we een werkwijze gevonden die volgens ons goed werkt’

Marijke: ‘Hoe hebben jullie de raad nu ingericht?’

Herman: ‘Binnen de thema’s hebben we coördinatoren aangesteld. Zij kijken of ze signalen van cliënten zelf kunnen afhandelen en beantwoorden, of dat ze daar hulp van andere raadsleden bij nodig hebben. Iedereen denkt mee over alle thema’s. Als er nu een nieuw raadslid bij komt, dan kan iedereen diegene uitleggen wat er speelt binnen SMZ, uitkeren, het WERKbedrijf enzovoort. In onze optiek is dit de beste werkwijze. Maar ik ben altijd heel benieuwd hoe andere raden dat oplossen.’

Marijke: ‘Bij ons in de districtsraad West-Brabant & Zeeland hebben we nog wel specifieke commissies per thema. De ideale werksituatie vinden, dat is best lastig.’

Herman: ‘Het grote voordeel was ook dat we in 2018 op korte termijn veel nieuwe leden kregen. Toen was er momentum om te veranderen. De nieuwe leden hadden geen ervaring met de oude werkwijze en konden daardoor gelijk mee worden genomen in de nieuwe werkwijze.’

Marijke: ‘Bij ons in de raad hebben we dat ook gemerkt: nieuwe mensen willen vernieuwing.’

Herman: ‘Wij zitten nog in het prille begin van die vernieuwing, we zijn in januari 2019 écht op deze manier gestart. Maar ik ben er van overtuigd dat het functioneert. We denken allemaal mee, zo houden we elkaar scherp.’


Marijke: ‘Welke rol speelt communicatie bij jouw rol als voorzitter in de districtsraad?’

Herman: ‘Dat staat op nummer één. Ik ben voor transparantie. Toen ik bijvoorbeeld een nieuw voorwoord voor op de website schreef, is dat eerst langs ieder raadslid gegaan. We hebben samen één tekst gemaakt, dat door de raad gedragen wordt. Communicatie is ook belangrijk in de omgang met mensen die signalen insturen. Signalen zijn voor een cliëntenraad zo verschrikkelijk belangrijk. Vroeger gebeurde het wel eens dat een signaal twee maanden bleef liggen, omdat het nét na de raadsvergadering was binnengekomen. Bij ons is er nu één iemand verantwoordelijk voor de signalen. Die haalt ze op en zet ze uit naar de contactpersonen. Die contactpersoon geeft dan binnen 48 uur een eerste reactie. Zelfs als we er niets mee kunnen of het heel lang gaat duren, laten we dat weten. Zo ontstaat er begrip.’  

‘De rol van de cliëntenraad is om UWV steeds wakker en scherp te houden’

Marijke: ‘Wat heeft jou bewogen om cliëntenraadslid te worden?’

Herman: ‘Ik was niet tevreden over de manier waarop ik door UWV werd behandeld. De mensen die ik sprak waren best aardig, maar ik moest telkens opnieuw mijn verhaal doen. Ik dacht: dat kan beter. De rol van de cliëntenraad is om UWV steeds wakker en scherp te houden. Dat is mijn drijfveer om in de raad te zitten. UWV moet er soms nog van doordrongen worden dat ze niet met burgerservicenummers werken, maar met mensen.’

Marijke: ‘Welk gesprek is je bijgebleven dit jaar?’

Herman: ‘Elke vergadering blijft me bij. Maar het gesprek dat me het meest bij is gebleven was met de manager van het WERKbedrijf in Rotterdam. Toen had ik echt het idee dat iemand van UWV de cliëntenraad als volwaardige gesprekspartner zag. Ik heb daar een goed gevoel aan overgehouden.’