Utrecht & Flevoland

Luisteren naar signalen op het WERKbedrijf in Utrecht & Flevoland

Marijke van Asperen is lid van de districtsraad Utrecht & Flevoland. In 2017 begon de raad met enquêtes op het WERKbedrijf. De gesprekken die hieruit voortkwamen waren zó’n succes, dat ze in 2018 standaard op de agenda zijn gezet. ‘De regiomanagers hebben de enquêtes op het WERKbedrijf omarmd. Er komen veel nuttige signalen uit de gesprekken, dat is voor iedereen fijn.’

Marijke gaat in gesprek met Jochem Atema, lid van de Centrale Cliëntenraad en van het redactieoverleg. Ze spreken elkaar op de het roze meubilair in een van de spreekkamers op het UWV-kantoor in Utrecht. Één muur van de kamer is roze-rood gestreept, de andere bekleed met mos. Een kleurrijke omgeving, waarin Marijke enthousiast haar verhaal deelt.

Met vier jaar ervaring is Marijke een veteraan in de raad Utrecht & Flevoland. In die vier jaar is er veel veranderd, vertelt ze. ‘Toen ik in de raad kwam was het erg onrustig. Ik twijfelde daardoor of ik het leuk vond in het begin. Maar je moet even afwachten, dat vertel ik nieuwe leden nu ook. Je groeit vanzelf in het werk en leert enorm veel, het is ontzettend interessant!’

Specialiseren

‘Je hebt generalisten en specialisten in de cliëntenraden’, stelt Jochem. ‘Heb jij je gespecialiseerd?’ ‘Ik houd me veel bezig met de participatiewet en Wajong’, vertelt Marijke. ‘Daarom zit ik naast de cliëntenraad van UWV ook bij de cliëntenraad van de Utrechtse Werktafel, het regionale Werkbedrijf van de regio Utrecht.’

Daar is de samenwerking anders dan bij UWV, vertelt ze. ‘Iedere gemeente stelt zijn eigen doelen en volgt zijn eigen regels. Ik zie daar weinig samenhang en samenwerking. Binnen UWV zie ik dat wel. UWV is zo slecht nog niet in samenwerken.’ ‘Zo slecht nog niet, dat is iets anders dan goed’, lacht Jochem. ‘Formuleer je het voorzichtig?’ ‘Nee hoor, dit is het signaal dat ik opvang tijdens de gesprekken op het WERKbedrijf.’

'UWV is zo slecht nog niet in samenwerken'

Enquêtes op het WERKbedrijf

In 2017 begon de cliëntenraad Utrecht & Flevoland met enquêtes op het WERKbedrijf. Het zou een tijdelijk project zijn, maar was zó’n succes dat de raad ze in 2018 standaard op de agenda heeft gezet. ‘Niet alleen de raad, maar ook de regiomanagers hebben de enquêtes omarmd. Nu ben ik elke dinsdag te vinden op het WERKbedrijf in Utrecht of Almere’, vertelt Marijke. ‘De gesprekken met cliënten zijn zo belangrijk. Ik hoor positieve dingen, maar ook waar mensen tegenaan lopen. Het is voor ons dé manier om cliënten te spreken en signalen op te vangen.’

In dialoog met cliënten en UWV

Die gesprekken staan dan ook centraal bij de zittingen op het WERKbedrijf. De raad gaat in dialoog met cliënten, maar ook met UWV. ‘Afgelopen jaar hebben we evaluatiegesprekken gehad met de regiomanagers van Utrecht en Almere. We hebben toen de signalen die we opvingen met hen besproken. De regiomanagers nemen wat er op het WERKbedrijf gebeurt heel serieus.’

Kwetsbaar

De gesprekken zijn een succes, maar toch merkt Marijke dat cliënten vaak wat terughoudend zijn. ‘Als ze denken dat ik van UWV ben, voelen ze zich kwetsbaar. Als cliëntenraad zien wij UWV als uitvoerend orgaan: zij maken de regels niet. Maar veel cliënten zijn bang dat ze worden gestraft door UWV als ze iets fout doen.’

‘Ik merk dat ook’, beaamt Jochem. ‘Er is veel angst, reëel of niet.’ Marijke: ‘Het gaat dan ook om hun brood, leven en wonen. Als we mensen vragen of ze hun verhaal kwijt konden en of de adviseurs meevoelend waren, krijgen we daar meestal positieve reacties op. Toch blijven mensen terughoudend en bang om iets verkeerds te zeggen. Maar als we vertellen dat de reacties anoniem zijn, krijgen we soms hele kwetsbare verhalen te horen.

'De enquêtes op het WERKbedrijf zijn voor ons dé manier om cliënten te spreken en signalen op te vangen'

Open voor adviezen

‘Is er een gesprek dat je is bijgebleven?’, vraagt Jochem. ‘Over het algemeen hebben cliënten de adviseurs hoog in het vaandel staan’, antwoordt Marijke. ‘Ze vinden ze erg vriendelijk. Maar mensen lopen tegen de onduidelijkheid van de uitvoering van UWV aan. Afgelopen dinsdag was er een mevrouw die zou gaan werken naast haar WW-uitkering. Ze wilde weten wat daar de gevolgen van zouden zijn. De adviseur wist niet goed hoe hij dat op de website moest invullen en moest de hulp van iemand anders inschakelen. Uiteindelijk kreeg die mevrouw een lijstje met wat ze moest invullen op de website, maar geen antwoord op haar vraag. Daar was ze erg ontevreden over. Ze vertelde me dat ze graag had gewild dat de adviseurs ook gespecialiseerd waren in betalingen.’

‘In Noord lopen op het WERKbedrijf ook mensen van de afdeling Uitkeringen rond’, reageert Jochem. ‘Is dat hier niet zo?’ ‘Op dit moment niet. Maar dat is wel iets wat ik met de regiomanagers kan bespreken, zij staan heel erg open voor adviezen. Dat zie ik ook aan hoe het WERKbedrijf is veranderd in het afgelopen jaar. Eerst lag alleen de Kampioen op tafel, nu liggen er ook vacatures. En er hangt nu een televisie waarop ook vacatures voorbij komen, en de treintijden én de cliëntenraad te zien zijn.’

Een tweede termijn

In haar vier jaar bij de cliëntenraad heeft Marijke de samenwerking met UWV enorm zien verbeteren. ‘We worden veel serieuzer genomen en er wordt beter naar ons geluisterd.’ Jochem: ‘Je eerste termijn als raadslid zit er na vier jaar op. Heb je voor een tweede termijn bijgetekend?’ ‘Ja, die is in januari ingegaan. Ik blijf het raadswerk met veel plezier doen. En de gesprekken op het WERKbedrijf zijn echt mijn ding!’